Designaanbeveling


Het algemeen design van de te lakken constructie/onderdeel en de oorspronkelijke toestand van de gebruikte metalen moet de oppervlaktebehandeling, het lakken, het inspecteren en het onderhoud vergemakkelijken. Het doel is om het duurzaamheidspotentieel van de constructie (= de levensduur) te maximaliseren via een doordacht design, een geschikt verfsysteem en regelmatig onderhoud.

Een goede communicatie tussen de projectleider, de metaalbewerker (verantwoordelijk voor het design) en de lakkerij (verantwoordelijk voor het aanbrengen van de verf) is het nodig om het beste corrosiebeschermingssyteem te kiezen en designfouten te beperken. Deze kunnen namelijk nefast zijn voor de kwaliteit van de coating en/of de duurzaamheid van de constructie.

Naast de productieregels voorgeschreven in ISO 12944 moet het design ook rekening houden met:

  • Het dimensionale aspect, om het hanteren en transporteren te vergemakkelijken (afmetingen en gewicht)
  • De beperkingen van de omgeving (beoogd gebruik van de constructie) voor een weloverwogen keuze van het metaal gebruikt voor productie, oppervlaktebehandeling en verfsysteem. U moet eenvoudige ontwerpen kiezen, die bij voorkeur gelast zijn en niet aan elkaar gezet met bouten of klinknagels, voor behandeling (uitgezonderd grote constructies die moeilijk te behandelen en hanteren zijn).

Levering van de onderdelen

1. Aanvankelijke toestand van de onderdelen

De staat van de oppervlakte van het gebruikte metaal speelt een belangrijke rol in het uitzicht en de duurzaamheid van de poedercoating, aangezien oneffenheden tot krassen en prestatieproblemen kunnen leiden.

Het gebruikte metaal moet vrij zijn van:

  • corrosie
  • oneffenheden (spaanders, vervorming, walshuid, slijpfouten enz.)
  • sporen van markering/koppeling (viltstiften, kleurstiften, lijmen)

    Tips:  Buisvormige elementen met lasnaden in langsrichting moeten zodanig gemonteerd worden dat de lasnaad onzichtbaar is. Na constructie moet het onderdeel opgeslagen worden in omstandigheden die voldoen aan volgende vereisten: aparte ruimte (om impacten, krassen enz. te vermijden), schone omgeving, beschermd tegen barre weersomstandigheden (corrosie). Sommige producten gebruikt voor vormgeving van metalen (snijvloeistof, dieptrekolie, vormolie enz.) en voor het markeren van submodules kunnen leiden tot beschadiging na het lakken (cissing, krassen, overslaan). Bij gekoppelde onderdelen gebruikt u bij voorkeur metalen labels of mechanische gravering ter identificatie in gedeeltes die niet zichtbaar zijn na de installatie.

2. Scherpe randen

Naargelang de dikte en/of de gebruikte methode kan de snijfase voor scherpe randen zorgen die vaak moeilijk te beschermen zijn door het verfsysteem (onvoldoende coating = dunnere gedeeltes). Dit kan een nadelig effect hebben op de duurzaamheid van het verfsysteem, afhankelijk van de omgeving waarin de constructie wordt opgetrokken en hoe het onderdeel gebruikt zal worden (eerste fase van corrosie). Scherpe randen moeten afgerond of afgeschuind worden.

Sommige oxiderende snijmethodes (CO2 lasersnijden, oxy-snijden enz.) resulteren in een HAZ (zone aangetast door hitte) en een niet-hechtende oxidelaag waarmee het verfsysteem slecht bindt (risico op afbladderen). In dit geval is een mechanische behandeling (bv. stralen) of een agressieve beitsing nodig om deze laag te verwijderen alvorens te lakken, zodat het verfsysteem een goede hechting zal bekomen en behouden.  Stralen is niet mogelijk op dun plaatwerk wegens het risico op vervorming van de plaat.  

3. Ontbramen

Bepaalde slecht uitgevoerde metaalbewerkingen kunnen leiden tot braam (snijden, bewerken, perforeren enz.). Na het lakken creëert deze braam ofwel lelijke dikke gedeeltes ofwel dunnere die de duurzaamheid van het systeem aantasten. De metaalbewerker moet de braam voorzichtig wegslijpen om esthetische problemen te vermijden.

4. Perforaties

Een geperforeerd blad lakken is niet aan te raden wanneer u een goede corrosieweerstand wilt bereiken. De geponste rand is vaak onbeschermd en geforceerd ponsen kan hier en daar voor uitsteeksels zorgen die op lange termijn een bron van corrosie kunnen vormen. Als het onderdeel niet kan ontworpen worden zonder geperforeerde bladen, moet de perforatie voldoen aan de formule onder de afbeelding rechts.

Montage

1. Combinatie van materialen

De combinatie van verschillende soorten materialen of composities kunnen tot verschil in uitzicht leiden na het poederlakken (bv. een combinatie van staal en verzinkt staal) en/of een slechte corrosieweerstand (galvanische corrosie).

De vorming van galvanische koppel moet te allen tijde vermeden worden, en indien van toepassing moeten oppervlaktes in contact elektrisch geïsoleerd worden (isolatieringen). Wees voorzichtig met het toevoegen van componenten, die soms onverenigbaar zijn met het poederlakproces (bestendigheid tegen hitte en chemische of mechanische processen). Om de polymerisatie van de lak te vergemakkelijken, moeten mechanisch gelaste onderdelen zodanig ontworpen zijn dat er zo weinig mogelijk verschil in dikte is tussen de onderdelen (dunne plaat/blad).

2/ Lasnaden

Lasnaden mogen geen ruwe gedeeltes, scherpe pieken, porositeiten of kraters bevatten of geoxideerd zijn. Onvolkomenheden kunnen ter plaatse opgelost worden.

Lasnaden moeten zo egaal mogelijk zijn (in zoverre de mechanische operationele beperkingen van het onderdeel/de constructie het toelaten), niet-poreus en vrij van kraters om uitlopen van oppervlaktebehandelingsvloeistoffen te voorkomen, waardoor de coating het kan begeven en plaatselijk corrosie kan optreden. Poreuze, onderbroken lasnaden leiden tot:

  • het vrijkomen van gassen tijdens het uitharden; verdamping leidt tot blaasvorming
  • het vasthouden of uitlopen van straalkorrel en resten van producten zoals oppervlaktebehandelingen, vooral in buizen of luchtgaten

Een gladde lasnaad is gemakkelijker te verkrijgen op correct afgeschuinde gedeeltes.

Lasslakken en spatten moeten verwijderd worden. Producten gemaakt om het hechten van spatten te voorkomen (antispatproducten) moeten siliconevrij zijn, omdat dit de lak kan aantasten, en de antihechtingsproducten moeten de juiste (chemische of mechanische) oppervlaktebehandeling krijgen.

Bij nauw aansluitende modules (verstijvers, verstevigingen enz.) moeten de opstaande en schuine kanten verzonken gelast worden om de behandelingsvloeistoffen vrij te laten circuleren en om uitlopen en onbeschermde of onvoldoende beschermde delen te vermijden.

Lasnaden gecreëerd na verzinken moeten, indien van toepassing, behandeld en geherconditioneerd worden.

3. Gaten

Bij gaten (smalle openingen, barsten, luchtgaten) kan er al snel corrosie optreden, omdat de behandeling en de lak er niet in kunnen.

Zorg ervoor dat het design geen smalle openingen heeft, en als dat niet mogelijk is, gebruik de gaten dan om het materiaal te behandelen (toegangspunt) of dicht ze af (niet-poreuze lasnaden of filler).

Het gaat onder andere over:

  • overlaplassen
  • spiraalverbindingen
  • kronkels
  • het lassen van scharnieren
  • rozetten op vlakke platen
  • verstijvers
  • enz.

4. Ophopingen

Tijdens het ontwerpen van de constructie/het onderdeel moet u ervoor zorgen dat er zo weinig mogelijk plaatsen zijn waar vloeistof zich kan ophopen (buizen, holtes, vlakke stukken), met het oog op het gebruik en de behandeling voor het poederlakken. Als het onderdeel volledig uit holle elementen bestaat, moet u openingen voorzien (voor de behandelingsvloeistoffen).

5. Verstijvers

De volledige perimeter van de naad moet gelast worden om gaten te voorkomen. Bij een doordacht design is het ophopen van water of andere afzettingen beperkt en is het verfsysteem gemakkelijk aan te brengen.

6. Ophangpunten

Ophangpunten moeten tijdens de designfase voorzien worden om het onderdeel te kunnen hanteren en om een efficiënte behandeling te garanderen. Ophanggaten moeten zodanig gepositioneerd worden dat ze onzichtbaar zijn na de installatie van het onderdeel en moeten het mogelijk maken dat het onderdeel tijdens de oppervlaktebehandeling gekanteld wordt om het effect van insluiting (vervuiling van downstreambaden door upstream) te vermijden.

Dit punt kunt u best bij de start van de designfase bespreken met de lakkerij.

7. Bewegende onderdelen

Stukken met bewegende onderdelen kunt u apart poederlakken waardoor u plaats laat voor de dikte van de coating.

Afwerking (Coatinggereedmaken)

De laatste productiefase voor de corrosiebescherming en/of het lakken is de afwerking. Deze activiteit omvat het verwijderen van braam, het schoonmaken van de lasnaden en het wegwerken van oneffenheden in de oppervlakte.


De bescherming en de verwachte prestaties hangen af van het design van het te lakken onderdeel, de kwaliteit van de oppervlaktevoorbereiding, het aanbrengen en de dikte van het coatingsysteem en het onderhoudsschema van de gelakte oppervlaktes. Deze informatie is slechts indicatief. Ze is gebaseerd op onze ervaring en laboratoriumresultaten en is geen engagement van onze kant.